
Het is zomer. De kinderen vragen er al langer om en partnerlief heeft ook zin om te barbecueën. En ze vinden dat dat het leukste is met de buren. Dus nodigen we de buren uit. Gezellig. Vinden althans partnerlief en de kinderen. En de buren uiteraard.
De barbecue wordt aangestoken, er worden salades gemaakt, patat gebakken, sausjes neergezet, brood gesneden en het vlees zo neergelegd op een schaal, dat de kok het overzichtelijk heeft en aan de gang kan met grillen.
Er staat ons niks in de weg om lekker te eten. Zou je zeggen. Ik weet alleen, dat ik (te) weinig zal eten. En ja, er is heus meer dan genoeg hoor. En we hebben alle tijd van de avond. Geen haast of onrust van meer bezoekers die binnen komen vallen. Ik hoef me ook niet bezig te houden met het vlees en dus zou ik gewoon lekker kunnen genieten van alles wat me ten deel valt, drinken in te schenken, kletsen met onze gasten...
Toch beginnen mijn eetproblemen al op het moment dat we beslissen om te gáán barbecueën. Het voorbereiden gaat uiteraard een stuk minder gestructureerd dan dat we een maaltijd in de keuken bereiden en die per bord opdienen. Dat is ook niet erg, ik weiger om spelbreker te zijn, en ik accepteer alles wat rondom een barbecue anders is.
Maar dat het anders is, weet en voel ik. Aan alles. Ik heb meteen minder trek, waarom geen idee. Maar dat "werkt" zo bij mij. En als alles klaar staat en ik dus alleen nog maar kan zitten en genieten, kruip ik zachtjes aan tafel en leg wat stokbroodjes op mijn bord. Met wat saus, dat dan weer wel. Maar meer eet ik niet echt. Vlees misschien 1 stukje. Ik zorg er wel voor dat niemand in de gaten heeft dat het eten niet gaat, en klets "gezellig" mee. Een steen op mijn maag en een brok in mijn keel verhinderen me verder om dit keer meer te kunnen eten. Ditzelfde heb ik ook met een buffet of gourmet...
Alleen partnerlief heeft het in de gaten, maar weet dat het beter is om het zo te laten. Als de visite weg is, de barbecue en alles wat er om heen nodig was, opgeruimd is, weet hij dat ik dan nog wat eet. In mijn eigen hoekje op de bank, rustig alleen.
Want in mijn eigen hoekje op de bank, eet ik het fijnst. Niet aan tafel waar iedereen ook zicht heeft op mijn bord, op mijn verrichtingen om te eten en sommige misschien nog wel iets zeggen over de hoeveelheid op mijn bord, of de saus die ik erbij eet, of wat ook. Het fijnst eet ik echt alleen. In mijn hoekje.
En natuurlijk eet ik ook wel aan tafel met mijn gezin. Maar helaas eet ik dan ook minder dan "normaal".
Het is zoals het is, het is nooit anders geweest.
---
Voor de meeste mensen zijn koken, eten en boodschappen doen de normaalste zaken van de wereld. Dat doe je gewoon, want om te leven moet je eten. Met een beetje geluk vind je het ook nog leuk, en het eindresultaat lekker.
Voor mensen met autisme kunnen die dagelijkse bezigheden juist enorme obstakels zijn. Afwisseling nodig hebben in je eetpatroon terwijl je van structuur houdt, bang zijn voor het proberen van nieuwe dingen en een hele specifieke voorkeur hebben voor bepaalde producten zijn maar een paar voorbeelden van de problemen waar mensen met autisme tegenaan lopen.
Waar de overgevoeligheid ook toe kan leiden, is moeite met boodschappen doen. De top 40-muziek die in veel supermarkten de hele dag uit de speakers schalt is leuk en aardig, maar het maakt het voor mensen met autisme niet bepaald overzichtelijker. Ook kan het in supermarkten heel druk zijn, zijn er veel piepgeluiden en kan de uitgebreide keuze overweldigend zijn.
Als gevolg van verstoorde sensorische informatie, kan het ‘hongergevoel’ en het ‘dorstgevoel’ ontbreken of minder zijn bij autisme. Hierdoor kan het zijn dat we niet door hebben dat we honger of dorst hebben. En andersom kan het zijn dat we niet aanvoelen wanneer we verzadigd zijn.
Tel bij dit alles op dat er nogal wat autisten zijn met (over-)gevoelige darmen. Slecht eten met gevoelige darmen is een combinatie die funest is voor je energiehuishouding.
Autisme maakt je kwetsbaar voor eetproblemen.
~~wordt vervolgd~~